Reflexieve Monitoring in Actie (RMA) is een flexibele methodologie die start in de praktijk van een transitie-initiatief van vernieuwers die samenwerken om systeemverandering te realiseren. De methodologie verbindt het hier en nu met verleden en toekomst om het veranderingsproces te versterken door te stimuleren dat de vernieuwers reflecteren op hun activiteiten in het licht van een bestaand systeem en de ambitie van systeemverandering. De reflectie kan aanleiding zijn om activiteiten, prioriteiten en de gekozen richting van het initiatief aan te passen. Zo draagt RMA bij aan leren en bijsturen in de eigen transitiecontext. Op basis van recente inzichten presenteert dit artikel de essentiële kenmerken van RMA met de onderliggende theorie enerzijds en de vele mogelijkheden voor de praktijk van uitvoering anderzijds. De vier voorbeelden schetsen hoe reflexief monitoren steeds weer gaat over het kiezen, met overtuiging, voor wat belangrijk is op dát moment, en dus maatwerk is. |
Artikel |
Barbara van Mierlo: Reflexieve Monitoring in Actie: maatwerk voor leren en bijsturen in systeemveranderingThemareeks Methoden en benaderingen in de beleidsevaluatie, Dick Hanemaayer, Jos Mevissen, Valérie Pattyn (red.) |
Trefwoorden | Themareeks Methoden en benaderingen in de beleidsevaluatie |
Auteurs | Barbara van Mierlo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Beleidsevaluatie in de praktijk: omgaan met uitdagingen en belangen |
Auteurs | Frank Bongers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze beschouwing staat stil bij praktische belemmeringen en belangen waarmee een onderzoeker te maken kan krijgen in beleidsevaluaties. Het eerste deel reflecteert (niet uitputtend) op enkele praktische uitdagingen en hoe een onderzoeker daarmee in de praktijk om kan gaan. Een eerste uitdaging is dat evaluaties wat betreft aantallen, scope en timing niet altijd aansluiten bij de informatiebehoeften van beleidsmakers. Evaluatoren zullen voorts bij het uitwerken van een onderzoeksopzet (niet geheel onverwacht) ervaren dat beleidsmakers doorgaans geen of weinig rekening houden met een (latere) evaluatie. De laatste uitdaging in dit deel betreft toenemende verwachtingen van beleidsmakers (als opdrachtgever van evaluaties) ten aanzien van kwantificering in en digitalisering van evaluaties. Het tweede deel van deze beschouwing behandelt meer politieke belangen die de keuzeruimte voor een evaluator beperken. Het omgaan met deze belangen in beleidsevaluaties vereist de vaardigheid om partijen te kunnen overtuigen van de juistheid van de keuzes die een evaluator in zijn (of haar) onderzoek maakt. Het negeren van deze belangen kan de doorwerking van een onderzoek beperken. Het tweede deel staat daarom apart stil bij doorwerking. |