Doeltreffendheid van de wezenuitkering
-
1. Probleem- en vraagstelling
Wat is de doeltreffendheid en doelmatigheid van de wezenuitkering? Dit is de centrale vraag van het onderzoek dat werd aanbesteed omdat de beleidsdoorlichting van de Anw (de Algemene nabestaandenwet) weinig tot geen informatie verschafte over een belangrijke doelgroep van de Anw: kinderen die op jonge leeftijd hun ouders verliezen, wezen. Ongeveer 1.000 kinderen per jaar ontvangen de wezenuitkering.
-
2. Gehanteerde methoden
Om te onderzoeken wat de betekenis van de wezenuitkering is voor de wezen en om meer inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de wezenuitkering te krijgen, zijn de volgende methoden gebruikt: deskresearch, expertinterviews, gesprekken met 27 verzorgers en/of wezen.
-
3. Belangrijkste uitkomsten en conclusies
Uit het onderzoek blijkt dat de uitkering voor de 27 wezen en hun verzorgers die we hebben gesproken altijd van meerwaarde is, maar dat de bijdrage die de uitkering levert aan de bestaanszekerheid van wezen, sterk verschilt per wees. Daarom bestaat er ook grote variatie in de doeltreffendheid van de wezenuitkering: voor de ene wees is de uitkering doeltreffender dan voor de ander. Belangrijke factoren die van invloed zijn op de mate van doeltreffendheid van de wezenuitkering, zijn:
De inkomenssituatie voor én na het overlijden van de ouder(s). Bij wezen die in een huishouden terechtkomen met een minimuminkomen, is de wezenuitkering bijna altijd doeltreffend. In huishoudens met een hogere inkomenspositie draagt de wezenuitkering zelden direct bij aan de bestaanszekerheid, maar besluiten verzorgers deze vaak op te sparen om zodoende bij te dragen aan de bestaanszekerheid van de wees in de toekomst.
Er zijn ook verschillen waar te nemen in doeltreffendheid van de wezenuitkering die te maken hebben met het type woonvorm waarin een wees terechtkomt. Dit gaat om een pleeggezin, netwerkgezin, zelfstandig of in een bepaalde instelling. Hierbij hangt de doeltreffendheid vooral af van de andere vergoedingen die wezen en/of verzorgers ontvangen (zoals bijvoorbeeld pleegvergoeding) en in hoeverre een wees zelf verantwoordelijk is voor dagelijkse kosten zoals bijvoorbeeld de huur en eten.
Daarnaast zijn er wezen die de uitkering niet ontvangen, omdat ze niet weten dat ze recht hebben op de wezenuitkering. De wezenuitkering kan hier niet doeltreffend zijn door niet-gebruik.
-
4. Benuttingswaarde resp. mogelijke maatschappelijke impact
Er werd nooit eerder onderzoek gedaan onder wezen. Dat betekende dat het onderzoek veel nieuwe informatie opleverde waarmee het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in samenwerking met de uitvoerder van de Anw (de SVB) aan de slag kon. De onderzoekers leverden, naast een oordeel over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de wezenuitkering, een uitgebreide lijst met verbeterpunten op voor het ministerie.
-
5. Acties/maatregelen om de benuttingswaarde c.q. mogelijke impact te borgen
Tijdens het onderzoek bleek dat de verhalen van de wezen zeer uiteenlopend waren en dat ook de situatie waarin de wees terechtkwam na het overlijden van de ouders, veel uitmaakte voor de bestaanszekerheid van de wees. Daarom hebben we ervoor gekozen uitgebreide portretten van de wezen in het rapport op te nemen. Portretten die maken dat het voor beleidsmakers en politici eenvoudiger is te snappen wat de situatie van wezen is en hoe de uitkering daarop inwerkt.
-
6. Daadwerkelijke benutting of maatschappelijke impact
De eerste benutting van het onderzoek bleek al gedurende de looptijd. Sommige mensen bleken toeslagen te moeten inleveren omdat de wezenuitkering werd meegeteld in het gezinsinkomen. Hierover is – al gedurende de looptijd van het onderzoek – gesproken met de Belastingdienst en hierover is communicatie gekomen op de website van de Belastingdienst.
Andere verbeterpunten die inmiddels zijn opgepakt, zijn:De SVB heeft onderzoek gedaan naar niet-gebruik van de wezenuitkering.
Er wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is om ook halfwezen met een overlevende ouder die buiten beeld is, toch de wezenuitkering te geven.
Er wordt nader bekeken of de randvoorwaarden om de wezenuitkering te ontvangen passend zijn (zo is het verplicht om dagonderwijs te volgen, terwijl dat soms door rouw niet mogelijk is).
Verder zal er uitgebreider worden gecommuniceerd over het doel van de wezenuitkering, dit omdat sommige pleegouders het geld van de wezenuitkering sparen voor de toekomst van de wees, terwijl het bedoeld is voor de bestaanszekerheid van de wees.
-
7. Voor wie is dit onderzoek interessant?
Het onderzoek is interessant voor beleidsmakers en uitvoerders die werkzaam zijn voor gemeenten of de rijksoverheid. En dan met name voor mensen die werkzaam zijn op de thema’s zorg, onderwijs en werk en inkomen.
Rapport: Talman, J., Hippert, N., & Engelen, M. (2022). Doeltreffendheid van de wezenuitkering: Onderzoek naar de bestaanszekerheid van wezen in Nederland en de rol van de wezenuitkering daarin. De Beleidsonderzoekers.
Rapport: https://beleidsonderzoekers.nl/wp-content/uploads/2021/08/Doeltreffendheid-van-de-wezenuitkering.pdf
Samenvatting: https://beleidsonderzoekers.nl/doeltreffendheid-van-de-wezen uitkering/