Simpel beleidsonderzoek kan heel effectief zijn
Het kost niet veel en in verhouding daarmee zijn de opbrengsten relatief hoog.
Het nut van beleidsonderzoek komt sneller in beeld.
Het is motiverend voor opdrachtgevers.
Het is toegankelijk voor politici.
Je kunt het gebruiken als voorstudie voor een groter onderzoek.
Je kunt het gebruiken als opmaat voor een onderzoeksprogramma.
Het laat zien dat beleidsonderzoek niet afstandelijk hoeft te zijn; een gebruiker kan het meteen begrijpen.
Maatschappelijke problemen zijn over het algemeen tamelijk ‘wicked’.
Ook ogenschijnlijk eenvoudig op te lossen maatschappelijke problemen blijken nogal eens lastiger dan gedacht. Een weg om het dorp heen is een simpele oplossing voor de verkeersveiligheid, maar levert allerlei weerstanden op in de omgeving. Armoede bestrijden met een basisinkomen zou prima lukken, maar stuit op ideologische weerstanden en praktische bezwaren (waarmee deze weerstanden vaak worden verhuld). De tweedeling privaat-publiek is lastig voor semipublieke organisaties (zoals nutsbedrijven), terwijl een aparte rechtsvorm voor dit soort organisaties een goede oplossing zou zijn. En dan zijn er natuurlijk ook vele minder eenvoudig op te lossen problemen, zoals het woningtekort, milieuproblemen, de opvang van vluchtelingen, de toenemende zorgkosten.
Wat voor beleidsonderzoek heb je allemaal nodig om hieraan een wezenlijke bijdrage te leveren? Je denkt dan misschien aan methodologisch verantwoorde RCT-designs, aan simulaties aan de hand van complexe modellen, aan algoritmen ten behoeve van datamining of aan uitvoerige vergelijkende gevalsanalyses. Dat zou kunnen, maar laten we ons ook realiseren dat eenvoudig beleidsonderzoek al heel wat kan opleveren. Ik geef een rijtje voorbeelden.
Metingen van een doelvariabele, zoals verkeersveiligheid, een gezonde leefstijl, arbeidstevredenheid en werkloosheid, zijn voor alle beleidsterreinen beschikbaar (zie het CBS). Zulke doelvariabelen zijn van belang in elke fase van het beleidsproces: signaleren van ongewenste ontwikkelingen, vaststellen van effecten van experimenten, vaststellen van ontwikkelingen op de langere termijn, nagaan hoe aanpassingen van het beleid uitpakken. Met zulke metingen kun je snel zien of het de goede kant op gaat of juist niet. Dat kan aanleiding zijn voor nader onderzoek en/of voor verdere beleidsontwikkeling.
Enkele sessies met experts (met verschillende achtergronden) kunnen een overzicht bieden van de belangrijkste oorzaken van een beleidsprobleem (c.q. maatschappelijk probleem) en tevens aanwijzingen opleveren voor kansrijke oplossingsrichtingen. Daarmee kunnen doelgerichter vervolgstappen worden gezet.
Enkele tientallen interviews met mensen uit een bepaalde doelgroep van het overheidsbeleid kunnen een concreet beeld opleveren van de knelpunten van de betreffende beleidsmaatregelen en waarschijnlijk ook al enkele voor de hand liggende oplossingsrichtingen. Dat maakt het bijvoorbeeld makkelijker om na te gaan of verbetering kan worden gevonden in de uitvoering of dat het nodig lijkt om de beleidsmaatregelen zelf aan te pakken.
Verzamelen van lokale evaluatierapporten rond een bepaald onderwerp (denk aan rekenkamers, VSO-bureaus, adviesrapporten) kan worden gezien als een snelle methode voor het uitvoeren van veldwerk. Op de meeste gebieden is er veel te vinden. Een vergelijkende analyse van deze rapporten kan een duidelijk beeld opleveren van de status quo op een bepaald beleidsterrein.
Een gerichte zoektocht op het internet kan bij heel wat onderwerpen veel informatie opleveren, waarmee alvast een beeld kan worden gevormd: waar gaat het over, welke aspecten zijn van belang, aanwijzingen voor oorzaken en gevolgen, concrete voorbeelden, wellicht ook kwantitatieve indicaties. Daarbij is het wel nodig om het kaf van het koren te scheiden, maar een onderzoeker met kennis van het betreffende terrein is daarvoor voldoende toegerust. Maak er een verslag van en leg dit ter verificatie voor aan enkele actoren en je bent al een heel eind opgeschoten.
Enkele groepssessies met uitvoerders en hun cliënten leveren een beeld op van de belangrijkste interacties/confrontaties tussen beleid en burgers. Aan het eind van zo’n sessie kan worden verkend hoe de interactie kan worden verbeterd en hoe de beleidsuitvoering effectiever kan verlopen. Aan de hand daarvan kan de overheid vervolgstappen zetten, zoals overleg met het veld, nader onderzoek, terugkoppeling naar de politiek.
Stuur enkele mystery clients naar uitvoeringsorganisaties om na te gaan hoe de intake verloopt en je komt al aardig wat te weten over de wijze waarop uitvoeringsorganisaties te werk gaan. Bespreek de resultaten vervolgens met de uitvoerders en vraag hun welke verbetermogelijkheden ze zien. Mocht de regelgeving in de weg zitten om het beter aan te pakken, dan kan dit worden teruggekoppeld naar het betreffende ministerie.
Een simpele enquête bij (een representatieve steekproef van) ondernemers in een bepaalde branche kan een eerste indruk opleveren van recente ontwikkelingen in hun branche en van mogelijke belemmeringen waar zij tegenaan lopen. Leg de uitkomsten voor aan de branchevereniging en vraag hen om commentaar. Aan de hand daarvan kan de overheid nagaan of er iets gedaan kan worden aan deze belemmeringen.
Hiermee wil ik niet pleiten om al het beleidsonderzoek te versimpelen; er is en blijft zeker behoefte aan ingewikkelder onderzoek. Maar laten we niet terugdeinzen voor simpel beleidsonderzoek. Ik zie meerdere voordelen:
Simpel onderzoek kan een bijdrage leveren aan opheldering van maatschappelijke problemen, een eerste beeld opleveren van mogelijke oplossingsrichtingen en ook aanleiding zijn voor ingewikkelder onderzoek (simpel onderzoek kan ingewikkelder onderzoek juist laagdrempeliger maken). Als bezwaar zou kunnen worden aangevoerd dat de politiek voortaan denkt dat het altijd simpel kan, maar ik denk juist dat je hiermee veel duidelijker kunt maken wanneer diepgaander onderzoek nodig is.
Simpel onderzoek is vanzelfsprekend bruikbaar in een verkennende fase. Maar ook als het beleid al een heel stuk onderweg is, kan het bruikbaar zijn als snelle diagnose, waardoor vervolgens sneller kan worden gehandeld. Beleid is eigenlijk nooit af (hoe vervelend de politiek dit ook mag vinden) en simpel beleidsonderzoek is een nuttig middel om hiervoor de nodige aanwijzingen te geven.
Met simpel onderzoek bedoel ik niet ‘quick and dirty onderzoek’; quick is een voordeel maar dirty zou een groot nadeel vormen. Simpel onderzoek is in die zin niet simpel, dat je net als bij ingewikkeld onderzoek moet zorgen voor voldoende validiteit. En validiteit is net als bij ingewikkeld onderzoek niet gegarandeerd; ik heb in het verleden heel wat voorbeelden gezien waarbij dit onvoldoende was gelukt. Zorgvuldigheid is dus in alle gevallen nodig: een adequate vraagstelling, correcte metingen/waarnemingen, representativiteit, adequate analyse en controle van de uitkomsten.